Elleboogdysplasie is een aandoening die bij jonge honden voorkomt waarbij het ellebooggewricht zich niet normaal ontwikkelt. Door een verkeerde aanleg van de elleboog komen er drukverschillen in de elleboog en kan er een stukje van de ellepijp afbreken of beschadigen, meestal is dit de processus coronoideus (LPC, op afbeelding E). Maar het gebeurt ook wel eens dat de processus anconeus afbreekt of beschadigd raakt (LPA, op afbeelding D). Er kunnen ook door de incongruentie van de elleboog kraakbeenletsels ontstaan van de bovenarm, dan spreken we van osteochrondosis dissecans (
OCD). Al deze vormen van elleboogdysplasie leiden onvermijdelijk tot osteoarthrose. Onder osteoarthrose verstaan we verhoogde slijtage van het gewricht met als gevolg verstijving.

Oorzaken

   Snelle groei: Het komt bijna altijd voor bij honden met een volgroeid gewicht van meer dan 30 kg, daarom lijden reuen er vaker aan dan teefjes.

   Erfelijkheid: Bepaalde rassen lopen een hoger risico. Bijvoorbeeld: Berner Sennenhond, Labrador, Rottweiler en Bordeaux dog.

   Overvoeding: Het voeden van overmatige mineralen, calorieën en vitaminen verhoogt het risico. Een goed uitgebalanceerd dieet is dan ook erg belangrijk. Wij adviseren Hill's puppy Large Breed om het risico op ED te verkleinen.

Symptomen
De meeste honden met elleboog-dysplasie vertonen voor het eerst symptomen als ze tussen de 4-8 maanden oud zijn. Vaak gaat het om kreupelheid van de poot en/of stijfheid na rust. De kreupelheid kan erger zijn na beweging. Soms zijn beide ellebogen aangetast, zelfs als de hond kreupel is aan één poot. Pijn bij buigen, strekken van de elleboog of druk op de elleboog. Oudere honden kunnen natuurlijk ook deze symptomen vertonen, maar dan is er meestal al osteoarthrose als gevolg van de elleboogdysplasie.

Diagnose
Met een 
röntgenfoto kan ED worden vastgesteld. Er wordt extra gelet of er losse botdelen in het gewricht aanwezig zijn.

Behandeling
De behandeling is afhankelijk van de ernst van de klachten. Voor veel dieren kan worden volstaan met medicijnen, een uitgebalanceerd dieet en matige beweging. Indien dit onvoldoende effect heeft moet men chirurgisch ingrijpen en het beschadigde deel van het bot en/of kraakbeen verwijderen. Ongeacht de therapie kan er arthrose ontstaan, maar hoe vroeger men er bij is des te minder vorming van arthrose. Bij oudere honden zal het arthroseregime gevolgd moeten worden.

 

De vier pijlers van het arthroseregime:

 

 

      1 Bewegingsregime: Met aangepaste bewegingen wordt voorkomen dat de gewrichten overbelast        worden. Houdt de bewegingen rechtlijnig en voorkom snelle draaiingen zoals bij spelen.

2 Ontstekingsremmers/Pijnstillers: Met speciaal voor de hond geschikte ontstekingsremmers wordt de arthrose geremd en de pijn verzacht.

3 Voedingsverandering: Door een voeding met speciale vetzuren, glucosamines en chondroïtinesulfaten wordt de arthrose geremd en de gewrichtsvloeistof soepeler. Een goede en lekker voeding is Hill's J/D.

4 Gewichtsbeperking: Een te zware hond zal moeten afvallen om de gewrichten te ontlasten.

 

Preventie
De beste manier om ED te voorkomen is het uitvoeren van een gericht fokbeleid met een 
röntgenologische screening van fokdieren. Traplopen, springen en dergelijke kunnen ook invloed hebben op het ontstaan van een ED. Door de voeding van pups af te stemmen op de behoefte van de pup, wordt voorkomen dat de honden te snel groeien in verhouding tot de botten en gewrichten.